A week in Melbourne

Beste lezer,

De eerste week in Australië zit er alweer op. Een lange week, maar uiteindelijk wel een super week. Het leek me wel leuk om eerst kort te vertellen hoe het te werk gaat in een hostel en wat ik moet doen voor mijn stage.

Het wonen in een hostel vond ik erg wennen. Vooral hoe het er in de keuken aan toe gaat. Als je eten koopt bewaar je dit in een boodschappentas in een grote koelkast. Deze tas moet je labelen met je naam en hoelang je blijft, anders wordt het weggegooid. Het duurde even voordat ik dit doorhad want niemand had me dit uitgelegd. Gelukkig bestaat er zoiets als Google. Nomads biedt de gasten gratis pasta, rijst, thee en koffie aan. Dat scheelt enorm veel! Als je in een hostel slaapt hoef je geen luxe te verwachten, maar ik vind dat toch best oké! Het gebouw zelf is wel behoorlijk vervallen. Het is een oud gebouw en dat kun je goed zien. Mij maakt dat niet zoveel uit maar er zijn wel gasten die er recensies over schrijven. Verder is er hier altijd lawaai, al-tijd. Op het moment dat ik dit schrijf, in de keuken, spelen twee mannen op hun viool (wel heel mooi). Soms is het leuk dat er een beetje lawaai is, zoals nu, maar niet midden in de nacht als er mensen dronken over de gang lallen.

Voor mijn stage werk ik achter de receptie. Het voornaamste wat ik doe is check ins en check outs en het verlengen van verblijven. Daarnaast moet je zorgen dat de dingen die ze gratis aanbieden worden bijgevuld, je sorteert de post en zo zijn er nog wat andere bijtaken. Ook mag ik kick-outs doen. Gasten moeten voor 10 uur uitchecken. Als ze dit niet doen mag ik naar hun kamer om ze te vertellen dat ze toch echt binnen tien minuten zich bij de receptie moeten melden om of uit te checken of te verlengen. Het is een grappige taak. Sommige kamers stinken alleen alsof er al drie jaar een stuk kaas ligt weg te schimmelen. De meeste mensen liggen vaak nog te slapen. Gister moest ik bij iemand langs die alleen op een kamer hoorde te liggen. Dit was dus overduidelijk niet zo. Blijkbaar was hij eenzaam en had wat vrouwelijk gezelschap opgezocht. Ik heb deze week de morning shift gedraaid van 7 tot 3. Dat viel wel tegen. Vroeg opstaan is nou niet bepaald een hobby van me. De eerste twee dagen was ik keurig een kwartier te vroeg, zoals ik gewend ben in Nederland. Kwam er al gauw achter dat ze dat hier niet nodig vinden en gewoon om iets voor 7 uur beginnen. Vooral de eerste werkdagen moest ik bij vlagen steeds aan m’n oude baantje bij de Karwei denken. Je weet waar alles ligt, wat je moet doen en vooral de sfeer was heel anders omdat de humor hier anders is. Ik miste de flauwe grappen en het ouwehoeren. Ook logisch. Zulke dingen komen hier ook. Het heeft wat tijd nodig.

 Foto’s van de dorm 

Het was niet alleen maar leuk deze week. Dat moet ik er wel bij zeggen. Zeker niet in het begin en dan vooral maandag. Na die eerste dag, die best wel leuk was, vond ik het toch wel moeilijk om te wennen in het hostel. Het heeft natuurlijk wel tijd nodig en daar moest ik mezelf ook steeds aan herinneren, maar even netjes gezegd, het was wel klote. Je vraagt je af waar je aan begonnen bent en tegelijk herinner je je weer hoe zo’n mooie kans dit is. Ook kreeg ik ontzettende lieve berichtjes uit Nederland van familie en vrienden. Daar voelde ik me, als ik een momentje had, veel beter door. Zoals van mijn jongste zusje, die zomaar een berichtje stuurde dat ze aan me had gedacht die dag en aan hoe trots ze op me is en hoeveel ze van me houdt. Het liefst ren je dan even gauw naar huis voor een knuffel, maar helaas ben ik geen Jezus dus ik kan niet over water lopen. Laat staan rennen. Ik ben die dag ook in een dormroom geplaatst met twee andere meisjes van de receptie in een gezellige kamer. Daar keek ik wel een beetje naar uit omdat je zo makkelijker in contact komt.

Die dag erna ging gelukkig veel beter. Als je in de keuken gaat zitten komen er vanzelf mensen bij je zitten om te praten. Ik heb een nieuw drankspel geleerd van een paar Aussies en ik ben hier natuurlijk om te leren dus zo’n aanbod kon ik niet afslaan, dat snap je. Voor diegene die het spel Kingen kennen, daar leek het veel op. Tijdens het spel moet je door middel van kaarten bepaalde opdracht uitvoeren of een regel bedenken. Zo was er een regel dat je niet mocht wijzen of naar elkaar mocht kijken. Van 7 tot 8 kun je een gratis drankje krijgen in de keuken maar daarna mag er dus geen alcohol meer gedronken worden in het hostel alleen beneden in de bar. De anderen gingen allemaal stiekem naar een kamer om het spel te vervolgen. Aangezien ik mijn stage graag af wil maken besloot ik toch om maar alleen naar de bar te gaan. Daar werd ik uitgenodigd door een Duitse jongen om een team te vormen tijdens het beerpongen (er was een ‘Amerikaanse studenten’ thema in de bar). Tijdens de tweede ronde zaten we verwikkeld in een spannend spel waarbij we nog maar 1 beercup te gaan hadden. Uiteindelijk mikte ik hem erin. Trots natuurlijk. Helaas verloren we de halve finale. Blijkbaar gaat je richtingsvermogen na een paar spelletjes wat achteruit.

Woensdag leerde ik een ander Nederlands meisje kennen die in het hostel logeert. Die avond hebben we samen met twee anderen in de keuken gezeten. Eén hun was een Koreaanse jongen. Hij had Japanse oogdruppels bij zich voor ‘frisse’ ogen. Hij zei dat ik dat eens moest proberen. Toen ik na een half uur eindelijk de druppels in m’n oog kreeg in plaats van op m’n wang had ik al spijt. Het is een soort mint-spul en het brandde als een gek. Het rook naar kerstbomen en die wil je ook niet in je oog. Na een tijdje, toen het niet meer brandde, snapte ik wel wat hij bedoelde. Je oog voelt heel fris, alsof je er tandpasta in hebt gesmeerd.

Die dag erna zijn we, op de Koreaanse jongen na, met z’n allen naar de National Gallery of Victoria geweest. Dit is een kunstmuseum met stukken uit de oudheid van heel veel verschillende landen, maar ook moderne kunst. Er was zelfs een Nederlands stuk. Die avond in de keuken sprak ik weer met de jongen van de beerpong en hij zocht nog iemand die mee wilde op een trip langs de Great Ocean Road dit weekend. Hij wilde een auto huren maar dit is erg duur in je eentje en ik mag zelf geen auto huren omdat ik geen creditcard heb. Dus we besloten samen te gaan en via Facebook een oproep te plaatsen in een community of er nog twee mensen mee wilden. Na een tijdje hadden we reactie en bestond ons reisgezelschap uit nog een jongen en een meisje uit Duitsland. Collega’s zeiden al dat je je tijdens deze trip je meer in het echte Australië waant dan hier in de stad. Ik hoop natuurlijk een paar kangoeroes en koala’s te spotten, maar misschien stuit ik ook wel een paar slangen of spinnen. Gelukkig zijn die hier niet zo groot. No worries!

Aan het eind van de week kan ik gelukkig zeggen dat ik best wel al gewend ben. Ik zit elke avond in de keuken of in de bar en ontmoet veel nieuwe mensen, wat je van te voren ook hoopt. Het begin is lastig maar het eind is het vast helemaal waard.

Love,

Melissa

P.S. Als je het leuk vind om een ouderwetse brief of kaart te sturen, ik heb hier een adres voor post:

Melissa Mensen, 2 Spencerstreet, 3000 VIC, Melbourne

 

 

3 gedachtes over “A week in Melbourne

  1. Jurrien zegt:

    Ha mallissa leuk om te lezen dat je het naar je zin hebt en ja alles moet ff wennen hè.
    Endan is zo de eerste week alweer om . En ik vind het knap van je dat je deze stap durft te zetten . Maar een hele ervaring rijker als je terug bent . Geniet ervan en je kaartje komt eraan hoor …. groetjes uit ter apel 😙

    Like

Plaats een reactie